Drie van de honderd EU-burgers, ruim zeven miljoen burgers, woonden en werkten in 2013 in een ander land van de Europese Unie. Hiervan hadden 240.300 de Nederlandse Nationaliteit. Dat is bijna 3 procent van het totale Nederlandse aantal werkenden. Gedurende de crisis trokken Europeanen vooral vaker naar Duitsland, Oostenrijk, België en Scandinavië, landen waar de economie er beter voorstond, dan in de zuidelijke landen. Spanje en Ierland waren minder in trek. De meeste werkenden die hun geluk elders zoeken, doen dat op jonge leeftijd. In toenemende mate zijn zij hoogopgeleid.