“Misschien wil ik later in Nederland gaan studeren”

Tara (8) en Elisa (11) volgen allebei Nederlandse lessen via de Wereldschool. Ze wonen in Brussel: Elisa is er geboren, Tara woont er sinds augustus vorig jaar. Zij werd geboren in India en woonde ook in Maleisië. Elisa’s broer Francesco (12) heeft ook Nederlands via de Wereldschool gevolgd. Sinds kort hoeft dit niet meer: hij kan de Nederlandse lessen nu volgen binnen zijn vakkenpakket op de middelbare school.

Francesco vindt het wel leuk in België. Alleen is er soms toch sprake van een taalbarrière: “Het is wel ingewikkeld, want wij praten zelf met een Nederlands accent en de meeste mensen praten hier met een Vlaams accent.” Elisa vindt het ook niet makkelijk dat iedereen een andere taal spreekt. Gelukkig gaan ze weleens naar Nederland, op familiebezoek. (Hun moeder Elisa is half Nederlands.) Francesco: “Ik vind het heel raar dat iedereen in Nederland dezelfde taal spreekt.” Tara woont nog niet zo lang in België. “Ik vind België leuk, maar ik mis Maleisië nog wel, en natuurlijk mijn vrienden daar. Ik heb nooit eerder in een Europees land gewoond. Het eten is hier heel anders en je hebt hier veel meer bossen. In Kuala Lumpur waren er vooral veel gebouwen. Ook was het daar veel warmer en kon je er minder snel even lekker gaan fietsen. Toch vond ik Maleisië leuker. Maar toen we daar woonden, konden we maar één keer per jaar naar Nederland. Nu gaan we veel vaker, we proberen zelfs om de week mijn Nederlandse familie te bezoeken.”

Nederlands bijhouden

Tara: “Ik ga naar de British School of Brussels, mijn vader is Schots. Dus op school en thuis praten we veel Engels. Het Nederlands wordt dan niet zo goed bijgehouden. Toch vind ik dat wel belangrijk want als ik met mijn Nederlandse familie wil praten gaat dat veel makkelijker in het Nederlands. En als ik ouder ben, is het natuurlijk ook erg handig als ik twee talen goed kan spreken. Misschien wil ik later wel in Nederland gaan studeren.” Tara’s moeder Sharmila vindt het ook erg belangrijk dat het Nederlands niet vergeten wordt. Sinds Tara’s geboorte spreekt ze Nederlands met haar en zorgt ze ervoor dat haar Nederlands op hetzelfde niveau is als dat van haar leeftijdgenootjes in Nederland. Het vergt veel discipline, vooral als je niet in een Nederlandstalige omgeving woont. Maar ze vindt het een noodzaak: “Ik weet als geen ander hoe belangrijk het is om je talen te kennen. Als Nederlandse diplomaat promoot ik het Nederlandse onderwijs, de taal en de cultuur. Het hebben van twee moedertalen is een mooie bonus. De Nederlandse taal hoort bij Tara zoals het bij iedere Nederlander hoort. Dat we in het buitenland wonen maakt daarin geen verschil. In Delhi en Kuala Lumpur, waar we eerder hebben gewoond, ging Tara naar de Nederlandse school. Zo kreeg ze het officiële en in Nederland geldende curriculum aangeboden. Hier in Brussel heb je geen Nederlandse school. Op de Britse school krijgt Tara één uur per week Nederlands. Ze werken daar met dezelfde lesmethodes als bij de Wereldschool. Eén uurtje in de week vonden wij niet genoeg. We hebben er dus voor gekozen Tara ook bij de Wereldschool aan te melden. Zo kan ze thuis én op school met de Nederlandse taal aan de slag.”

Omdat mama het wil

Elisa is duidelijk: zij volgt de lessen Nederlands voornamelijk omdat haar moeder het graag wil. “Ik vind het soms wel leuk, maar soms ook wel erg saai. Ik zou dan liever gewoon alles in het Engels doen. Het is best veel met al mijn huiswerk van mijn andere school erbij. Er blijft helaas maar weinig tijd over om iets anders te doen.” Elisa’s moeder is stellig. “Ik ben zelf half Nederlands, dus ik vind het belangrijk dat mijn kinderen de taal leren. Zo kunnen ze met hun Nederlandse oma en andere familieleden communiceren. En nu we hier in België wonen is het ook handig want misschien blijven ze hier wel wonen of kiezen we er juist voor om later naar Nederland te gaan.”

Huiswerk en toetsen

Francesco: “Toen ik Nederlands volgde via de Wereldschool vond ik het soms wel lastig om alles te combineren, het huiswerk en de toetsen. Maar op een gegeven moment begon ik het gewoon meer als een andere taal te zien en niet als iets wat moest. Toen kreeg ik er meer lol in. Ik ben twee jaar geleden gestopt met de Wereldschool want op mijn middelbare school mocht ik een derde taal kiezen en dat werd Nederlands.” Zijn zusje Elisa vertelt dat er één keer in de week iemand thuis komt om haar te helpen met haar huiswerk en met andere dingen. Dus ook met de Nederlandse lessen en toetsen van de Wereldschool. Al helpt haar moeder ook vaak. Elisa: “Toetsen maken voor de Wereldschool gaat een beetje gek. Je koopt aan het begin van het jaar een pakket met boeken en toetsen, die worden opgestuurd. Mama heeft dus de antwoorden van de toetsen. Zij is dan eigenlijk een soort juf. Stiekem vind ik dat niet zo leuk, het is beter als ze gewoon mama is.” Tara is vaak in het weekend bezig voor de Wereldschool: “Doordeweeks lukt het vaak niet, want papa en mama zijn dan aan het werk. Mijn vader is er wel op donderdag en vrijdag, maar hij kan me niet zo goed helpen.” “Tara’s Nederlandse niveau is nu al hoger dan dat van mijn man”, lacht Sharmila. “Ja,” valt Tara haar moeder bij, “als papa helpt moeten we heel vaak Google Translate gebruiken.”

Europese en Britse school

Elisa en Francesco gaan naar de Europese school in Brussel. “Je kiest er in welke taal je de lessen wilt volgen”, legt Elisa uit. “Bij mij is dat Engels, want mijn vader is half Engels en half Italiaans. De meeste lessen volg ik dus in het Engels en sommige in het Frans. Vanaf de middelbare school kies je een derde taal. Dat kan Nederlands zijn. Ik ga van half negen tot half vier naar school. Lunchen doen we in  de kantine, je kunt ook zelf je boterhammen meenemen. In mijn klas zitten heel veel verschillende nationaliteiten, bijvoorbeeld kinderen uit Letland of uit Spanje.” Op de Britse school waar Tara naartoe gaat werken ze met thema’s. “Eerst ging het over hoe je lichaam werkt, toen over dinosaurussen en daarna over je afkomst. We maakten afgelopen jaar ook een theaterproductie met een voorstelling. Daarin had ik een hoofdrol”, vertelt ze trots. Nog iets waar ze trots op is: dit jaar is ze door haar klasgenoten gekozen als klassenvertegenwoordiger in de studentenraad.  Tara: “Ik mag voor de belangen van de klas opkomen.”

Muffins als lunch

Ook bij Tara op school zitten veel kinderen met verschillende nationaliteiten. Tara: “Ik heb vriendjes uit Japan. En in mijn klas zitten ook kinderen uit Korea en China, die konden eerst geen Engels, nu gaat het gelukkig beter. We krijgen verder gewone schoolvakken zoals wiskunde. Daar ben ik goed in, want veel van de lessen heb ik al gehad.” Moeder Sharmila: “Het tempo van de Britse school in Azië ligt hoger, dus het is voor haar inderdaad helaas veel herhaling.” Na school is Tara ook vaak druk in de weer. Ze zit in het zwemteam en doet aan netbal en tennis, allemaal via haar school. Sharmila: “Op de Britse school kennen ze geen vrije woensdagmiddag, zoals in Nederland vaak nog gebruikelijk is. Tara gaat van kwart voor negen tot vier uur naar school. Ze luncht ook op school en kan zelf met een soort creditcard haar maaltijd samenstellen. Dit systeem vergroot de zelfstandigheid.  Maar ouders kunnen gelukkig wel zien wat er allemaal gekocht wordt. Dus niet alleen maar muffins als lunch!”

Zelfdiscipline

Het leukste aan de Wereldschoollessen vindt Tara de filmpjes. “Je krijgt ze te zien bij uitleg over nieuwe spellingsregels of als er een nieuw thema begint. Soms zijn het clips uit het Jeugdjournaal.” Francesco kiest voor Taal op Maat: “Dit was echt mijn lievelingsonderdeel. Het waren vaak kleine activiteiten zoals naar buiten gaan. Lezen vond ik ook wel interessant, al waren sommige boeken wel erg dik.” Elisa vindt het een lastige vraag, eigenlijk vindt ze niet echt iets leuk. “Ik vind spelling en lezen maar niets. Heel soms zijn er weleens leuke opdrachten, als je iets mag knutselen, een verhaal mag schrijven of iets kan tekenen.” Toch denkt Francesco dat het goed is om Nederlandse lessen te volgen via de Wereldschool: “Op deze manier kan iedereen Nederlands leren. Al heb je wel veel zelfdiscipline nodig want er is geen juf of meester die naast je staat. Als mijn zusje ouder is, weet ik zeker dat ze mijn ouders gaat bedanken omdat ze van hen Nederlands moest leren. “Echt niet!” laat Elisa vanaf de achtergrond weten. Maar uiteindelijk zegt ze toch dat de Wereldschool aan te raden is. “Je moet alleen niet vergeten dat ieder kind anders leert en dat het soms wel beter is als er een juf of meester bij je thuis kan komen. Na school en in de vakanties bezig gaan blijft moeilijk”, besluit ze.

Meer info op: Tel. 0320-229927/06-10760220

www.wereldschool.nl

[email protected]

About Redactie

Al sinds 1999 een gespecialiseerde uitgeverij in (auto)biografieën en uitgever van de magazines VertrekNL en Bommelglossy. Het complete fonds is via deze site te bekijken en rechtstreeks te bestellen.